Monchoutaart recept
Een bodem van Bastognekoeken, een romige vulling en een heerlijke topping van kersen: de Monchoutaart heeft het allemaal. Hij is in een paar stappen gemaakt én je hebt er niet eens een oven voor nodig! Het is dus niet zo gek dat de Monchoutaart al jaren favoriet is bij menig thuisbakker.
Dit recept is afgestemd op een springvorm van 18-20 cm doorsnede. Maak je liever een grotere Monchoutaart in een springvorm van 23-24 cm doorsnede? Dan kun je de hoeveelheden in dit recept vermenigvuldigen met 1,75. Onderaan het recept vind je nog een aantal heerlijke variaties.
Let op: de Mon Chou roomkaas in wikkel heeft een hoger vetgehalte dan de meeste andere verse roomkaas, waardoor de taart stevig genoeg wordt zonder gebruik van gelatine. Je kunt de Mon Chou in dit recept dus niet zomaar vervangen door roomkaas uit een kuipje.
- Aantal porties: Voor een springvorm van 18-20 cm doorsnede (8 personen)
- Bereidingstijd: 20 minuten
- Wachttijd: Minimaal 4 uur
- Keukenbenodigdheden: Springvorm ø 18-20 cm, bakpapier, keukenmachine (of deegroller), mixer of garde, pannetje, spatel, vershoudfolie
Bereidingswijze
1. Zet alle ingrediënten klaar. Bekleed de bodem van de springvorm met bakpapier en vet de rand in (of gebruik acetaatfolie).
2. Smelt de boter. Maal de kandijkoekjes fijn in de keukenmachine of met behulp van een zakje en deegroller en meng de gesmolten boter erdoor. Verdeel de koekkruimels over de bodem van de springvorm en druk dit aan met een maatschepje of glas. Zet de bodem tot gebruik in de koelkast.
3. Klop de slagroom met een eetlepel van de witte basterdsuiker en de inhoud van het zakje Klop-Fix net niet helemaal stijf. Klop de Mon Chou los met de rest van de witte basterdsuiker en het vanille extract.
4. Spatel de slagroom in drie delen door de losgeklopte Mon Chou. Probeer hierbij zoveel mogelijk luchtigheid te behouden. Schep het mengsel in de springvorm bovenop de koekjesbodem en strijk glad met behulp van een spatel of de achterkant van een lepel. Dek af met vershoudfolie en laat minimaal 4 uur of een nacht opstijven in de koelkast. Daarna kun je de springvorm voorzichtig lossnijden van de rand en een lekkere topping toevoegen. Bewaar en serveer de Monchoutaart gekoeld.
5. Voor de kersen topping: Roer het maiszetmeel los met 25 ml siroop uit de pot met kersen. Breng dit met nog eens 100 ml siroop uit de pot met kersen, de uitgelekte kersen en een lepel suiker op laag vuur aan de kook. Proef en voeg eventueel nog wat suiker toe. Zet als de siroop iets is ingedikt het vuur uit, laat de kersen topping helemaal afkoelen en verdeel over de opgesteven Monchoutaart.
Monchoutaart lemon curd-bramen, appel-karamel en andere variaties
De bodem en vulling van de Monchoutaart laat zich makkelijk combineren met allerlei andere smaken, waardoor je in elk seizoen een andere versie van deze heerlijke taart kunt maken. Een zomerse variant maak je door de taart te toppen met lemon curd en bramen. In de herfst maken blokjes appel met kaneel en karamelsaus de taart helemaal af. Met Pasen garneer je de taart met advocaat en (stukjes) paasei en in december met stoofpeertjes. Niets is te gek!
Opmerkingen (0)